Kanjertraining

Op de Verbinding werken wij met de ‘Kanjertraining’.

Mensen, volwassen en kinderen, hebben het verlangen “erbij te horen”. “Erbij horen ” vergt bepaalde sociale vaardigheden die het ene kind beter gebruikt dan het andere kind. Het belangrijkste doel van deze training is dat een kind positief over zichzelf en de ander leert denken. Kinderen zijn individuen; elk kind is uniek, maar het zijn ook groepsleden. Ze worden door de groep gevormd en ze zijn van de groep afhankelijk. Het is belangrijk dat kinderen elkaar respecteren, leren samenwerken en elkaar helpen. 

Petten 

Er zijn vier petten die centraal staan bij de Kanjertraining: de witte, de rode, de gele en de zwarte pet. Deze petten komen terug tijdens de lessen en geven een bepaald gedrag aan. 

  • Heb je de witte pet (= doe jij als de witte pet) dan ben je een echte kanjer en je gedraagt je als een kanjertijger. Je bent eerlijk en te vertrouwen, je doet de goede dingen en je helpt iedereen om het samen met elkaar goed te hebben.
  • Heb je de rode pet dan ben je de uitslover. Hij wordt vergeleken met een aap: die neemt niets serieus en maakt overal een geintje van. In feite is hij onbetrouwbaar, want je kunt niet op hem bouwen.
  • De gele pet is het konijntje dat stil is en bang en denkt dat het zich niet kan verweren maar dat wel wil.
  • Heb je de zwarte pet op, dan ben je de pestvogel, de baasspeler. Hij bepaalt zelf wel wat hij doet. 

Verder staan de volgende vijf basisregels centraal: 

  1. We vertrouwen elkaar. 
  2. We helpen elkaar. 
  3. Niemand speelt de baas. 
  4. Niemand lacht uit. 
  5. Niemand doet zielig. 

Door in alle klassen op een zelfde manier te werken met de Kanjertraining leren we de kinderen kritisch te kijken naar hun eigen gedrag en het gedrag van anderen. Ook leren we de kinderen dat zij hun gedrag kunnen veranderen wanneer dit nodig mocht zijn.